Brigitte Kaandorp

Kleine zeug met je pootjes zo rank
Ach wat hang je hier stil in de stank
Je oogjes gebroken, je hartje staat stil

Omdat iedereen wel jouw speklapjes wil

Ach wat heb je de mensen misdaan
Dat je steeds in een hokje moest staan
Het rooster dat deed aan je pootjes zo zeer
Maar liggen en slapen, dat kon je niet meer

En de slachter die hakt in je bot
Ach ik vind het zo treurig en rot
Waar is 'ie gebleven, de krul in je staart?
De zes kleine biggetjes die jij hebt gebaard?

Kleine zeug met een haak in je poot
En je baarmoeder dweilt in de goot
Je oogjes gebroken, je hartje staat stil
Omdat iedereen wel jouw speklapjes wil

Kijk daar gaat weer een stuk van je bil

Dat ligt straks lekker onder de gril
Je speklapjes gaan op de barrebecue
Met sla en met stokbrood en
knakworsten toe
Kleine zeug met je snuitje vol bloed
O wat smaak je me straks toch weer goed
Je oogjes en oortjes in een frikandel
Met ketchup en uitjes, dan smaken ze wel
O we eten zo heerlijk van jou
Ja we lusten, we lusten je rauw
En als je dan op bent, dan is er geen nood
Want dan zijn ondertussen je biggetjes groot

Lalalala
lalala lalalala...

Terug naar Liedjes bij het leven