Blikopener
INFORMATIE OVER HET THEMA HELPEN
Prosociaal gedrag en altruïsme
Bij 'helpen' kan men een onderscheid maken tussen prosociaal gedrag en altruïsme.
Onder prosociaal gedrag verstaat men in het algemeen elke handeling die gericht is op het welzijn of welbevinden van een ander. Voor het tegendeel van prosociaal handelen gebruiken we de omschrijving asociaal gedrag.
Altruïsme is een bijzondere vorm van prosociaal gedrag. Een altruïst verricht een niet vanzelfsprekende handeling ten gunste van een ander (Lat.: alter), zonder daar zelf enig (verborgen) belang of voordeel bij te hebben. Het klassieke voorbeeld van een
altruïst kun je vinden in de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan.
De hoofdpersoon helpt iemand van een andere bevolkingsgroep, loopt daarbij het risico om mogelijk zelf overvallen te worden en betaalt ook nog op royale wijze de bijkomende kosten.
Empathisch vermogen
Altruïsme is een fenomeen, dat men in verband brengt met empathie; d.w.z.: het vermogen om zich in te leven in -, of mee te lijden met de ander.
De mogelijkheid om het empathisch vermogen te ontwikkelen wordt onder andere gerelateerd aan de voorwaarde van een warme sociale leeromgeving, waarin van jongs af aan de principes van 'caring' en 'sharing' worden gepraktizeerd. Daarbij zijn belangrijke aandachtspunten: het leren onderkennen en omgaan met perspectieven van anderen, het ethisch leren denken en vooral de confrontatie met positieve rolmodellen ('modeling').
Dergelijke leerprocessen zijn onder invloed van Piaget aanvankelijk sterk gekoppeld aan leeftijdsfasen (vgl.: Kohlberg en Selman).
Inmiddels leeft bij onderzoekers de gedachte dat fasenindelingen een meer theoretische dan praktische betekenis hebben. Zo heeft Damon opgemerkt dat kinderen van vier jaar reeds in staat kunnen zijn tot vormen van niet-egocentrische communicatie. Ten aanzien van de het begin van de sociaal-morele ontwikkeling zien Lamme, Krogh & Yachmetz reeds voor kinderen vanaf twee jaar narratieve mogelijkheden.
Bron: Literature-Based Moral Education, Childrens Books & Activities for Teaching Values, Responsibility & Good Judgment in the Elementary School. Phoenix, Arizona 1992.
Onderzoek
Onderzoek ten aanzien van 'helpen' heeft verschillende interessante waarnemingen opgeleverd. We vatten hier enkele punten samen.
- Wanneer het helpen een beloning in welke vorm dan ook oplevert (zoals bijvoorbeeld: een waardering, een prettig gevoel, een zuiver geweten etc.), is het waarschijnlijk dat mensen tot hulp zullen overgaan. En dat des te eerder, wanneer de waardering groter is dan de kosten van de te verrichten inspanning.
- Mensen die beroepsmatig gericht zijn op dienstverlening (bijvoorbeeld een politieagent, verpleegster), zullen in het algemeen gemakkelijker tot hulp overgaan, - indien de vorm van de gevraagde hulp althans bij hun professie hoort.
- Hetzelfde geldt voor mensen die in een gelijksoortige situatie ooit zelf zijn geholpen.
- Voorts blijkt dat mensen die de hulpbehoevende kennen, omdat zij bijvoorbeeld tot een bepaalde groep horen, eerder bereid zijn tot hulp. Het omgekeerde geldt eveneens; mensen die op welke manier ook 'anders' zijn (bijvoorbeeld door hun uiterlijk of hun manier van denken en doen) laat men eerder aan hun lot over.
- Hetzelfde geldt wanneer men vermoedt dat de hulpvrager zijn ongelukkige situatie aan zichzelf te wijten heeft.
- Wanneer mensen in een grotere groep verkeren kan het gebeuren dat zij zich minder verantwoordelijk voelen om tot hulp over te gaan ('diffusion of responsibility' / 'bystander effect') en soms zelfs helemaal de noodzaak niet onderkennen om te helpen.
Zie voor verdere studie op Internet: Summary: Altruism an Prosocial Behavior
http://chat.carleton.ca/~kmajka/summary3.html
en het artikel Developing Empathy in Children and Youth (Studiehoek 2)
http://www.nwrel.org/scpd/sirs/7/cu13.html
Terug naar Lessuggestie 1 Helpen